Gezond voedsel

Na de introductie werd het debat afgetrapt met het onderwerp gezond voedsel. Het thema werd geïntroduceerd door Marian Geluk van TIFN. Haar column focuste op het feit dat voeding erom vraagt om over nagedacht te worden, bewuste keuzes moeten gemaakt worden in onze samenleving. Overconsumptie ligt daarbij al snel op de loer. In de samenleving van vandaag zijn volgens Geluk drie soorten mensen te identificeren: 1) Hele gezondheidsbewuste mensen, 2) Mensen die compleet onbewust van gezondheid consumeren, 3) Mensen die wel wat willen doen, maar ook weer niet te veel erover na willen denken. Deze mensen kunnen we juist volgens Geluk een zetje in de goede richting geven.


Om deze groep te bereiken is een duidelijke rol voor de overheid weggelegd. De overheid heeft volgens Geluk de taak om tot een transparant systeem te komen dat geaccepteerd wordt door iedereen. Daarbovenop kunnen er afspraken met de retail gemaakt worden om gezonde keuzes te bevorderen, bijvoorbeeld welke producten aangeboden worden, of op welke manier deze aangeboden worden.

Stelling:

Er moet een waarschuwing komen op het etiket van ongezonde levensmiddelen.

We willen dat voedseletiketten in een oogopslag duidelijk maken wat erin zit en hoe gezond en duurzaam het is.

Etikettering ongezonde levensmiddelen

Als eerste werd gevraagd of er waarschuwingen op de etiketten van ongezonde levensmiddelen moet komen. Een onderwerp waar de partijen het lang niet over eens waren. Waar ze het wel over eens waren, is dat de etiketten zodanig simpel moeten zijn dat ze voor de consument eenvoudig te begrijpen zijn.

Stelling:

Er moet een suikertax komen voor zoete dranken.

Geen suikertax of vettaxen of betuttelende etikettering om gedrag te beïnvloeden

Afspraken over het verminderen van suiker, zout en vet in voedingsproducten worden minder vrijblijvend, door onder andere het invoeren van een suikerbelasting. De opbrengsten van de suikerbelasting gaan naar meer voorlichting en onderzoek en het stimuleren van sport in de eigen buurt.

Suikertax

De tweede stelling ging het invoeren van de veelbesproken suikertax op frisdranken, een maatregel die bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk geïntroduceerd is. Hier was een tweedeling op te merken tussen partijen die geloven in heffingen als een beleidsmiddel om gezonde keuzes te stimuleren (bijv. CDA) en partijen die willen inzetten op maxima van ‘slechte’ ingrediënten in producten (bijv. GL).

Stelling:

In ‘publieke’ ruimtes zoals scholen, crèches en gezondheidszorg mogen alleen gezonde levensmiddelen aangeboden worden.

Actief voedingsbeleid dat gezonde patronen in de kindertijd aanleert door betere voedselvoorlichting, een actief voedingsbeleid in de directe omgeving van kinderen, bescherming van kinderen tegen marketing en impulsaankoop van ongezonde producten. Ook voor volwassenen voldoende keuze in onder andere bedrijfsrestaurants.

Gezonde producten in openbare ruimtes

De laatste stelling luidde als volgt: ‘In publieke ruimtes mogen alleen nog maar gezonde levensmiddelen worden aangeboden’. Het debat over de stelling concentreerde zich al snel op het voedsel-, en vooral snacks, aanbod in schoolkantines. Het CDA en de CU vonden dat er meer nadruk gelegd moet worden op voorlichting in plaats van verbieden van frisdrank- of snoepautomaten. Aan de andere kant van het debat riepen de SP, D66 en ook Eric van den Burg (VVD) dat kinderen veel beter beschermd moeten worden. Volgens Henk van Gerven (SP) is het alleen aanbieden van gezonde voeding de beste opvoeding. Tijdens deze stelling bleek trouwens dat het eten in de Tweede Kamer zelf nog het nodige te wensen overlaat.