Columns van onze collega's

Als advies- en communicatiebureau kan je er niet onderuit: onze collega’s schrijven en vertellen graag over hun expertise in columns en artikelen.

Marcel Schuttelaar: Springtij, laten we durven

Marcel Schuttelaar deelt in zijn nieuwste column zijn recente inzichten en ervaringen, na een bezinningspauze van twee maanden volgend op de val van Rutte 4.


Dit keer richt hij zijn focus op zijn recente bezoek aan Springtij, het forum waar pioniers en visionairs samenkomen om over duurzaamheid en transformatie te discussiëren. Marcel, nu al 14 jaar een frequente bezoeker van Springtij, ervaart een hernieuwde energie en ziet een heropleving van strijdbaarheid bij de deelnemers. Er worden behoorlijk wat spiegels voorgehouden, en Marcel doet dat ook bij zijn lezers: 'wie kruipt zal nooit struikelen'.

Iris van Boven en Jesse Markus: Prinsjesdag

Vorige week werd er tijdens Prinsjesdag de Miljoenennota besproken. Waar gaat komend jaar het geld naartoe en waar wordt de focus gelegd? 


Prinsjesdag had dit jaar een bijzonder tintje - een demissionair kabinet met Mark Rutte voor de laatste keer aan het roer. Terwijl de Koning een pleidooi hield over armoedebestrijding en de noodzaak voor verbinding in deze uitdagende tijden, zagen we ook aandacht voor duurzaamheid, de energietransitie en gezondheid. Van een extra financiële boost voor kwetsbare kinderen tot (kleine) stapjes voorwaarts in biodiversiteit en duurzame landbouw. Onze adviseurs deelden een samenvatting.

Carla Kivits: Een creatief concept als rode draad

Communiceren over duurzaamheid als bedrijf, dat doe je natuurlijk fact-based, eerlijk en doelgroepgericht.


De basis is een sterke communicatiestrategie. En daar hoort een creatief concept bij, oftewel een creatieve vertaling van de boodschap. Een goed creatief concept zorgt voor een rode draad door alle duurzaamheidscommunicatie en maakt het relevant voor de doelgroep. Een soort ‘paraplu’ dus, die alle middelen met elkaar verbindt en het bedrijf onderscheidt van andere bedrijven. Een goed concept is eenvoudig, herkenbaar en lang en breed inzetbaar.


Carla en collega’s creëerden een creatief concept voor DSG, een toeleverancier van bouwend Nederland, in een sector die nog volop in ontwikkeling zit op duurzaamheid. Benieuwd hoe we daarmee spelen om stakeholders mee te krijgen?

Jonge boeren zijn kostbaar in de transitie, zíj verdienen aandacht

Politici en boeren staan soms zó lijnrecht tegenover elkaar dat het amper nog tot een constructief gesprek komt. Daarom gingen GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet en melkveehouder Amber Laan de afgelopen weken met elkaar in gesprek over stikstof en de landbouw van de toekomst.

Beste Laura, mijn laatste brief ontvang je vanuit Ierland. Ik ben op bezoek bij mijn zus, die hier al bijna twee jaar woont en werkt. Het past haar hier beter en de kroegen zijn een stuk gezelliger.

Jij schrijft dat je niet gelooft in een landbouwakkoord. Ik zie dat anders. De afgelopen periode was er behoorlijk wat onvrede. Onder boeren, maar ook onder ‘niet-boeren’, gekenmerkt door de aan de autospiegel geknoopte boerenzakdoek. Ook Remkes schreef in zijn rapport over de wanhoop die hij zag bij fatsoenlijke mensen. Door te dreigen met het intrekken van vergunningen vergroot je deze wanhoop alleen maar.

Wanhoop bij creatieve ondernemers, die vooruit willen, elke dag met passie in en met de natuur werken en binnen de maatschappelijke randvoorwaarden willen produceren. Afgelopen jaar deed ik een bodemcursus, samen met een stuk of veertig boeren uit de buurt. Van gangbare tot hobbyboer, het was een diverse club. Mijn drijfveer was meer inzicht krijgen in bodemprocessen en uitzoeken hoe we met bedrijfseigen mest aan de slag konden. Dat lukt niet binnen één jaar. Maar we hebben een stappenplan en met veel aandacht voor bodem, grasgroei en bemesting weet ik zeker dat het gaat lukken.

Ik voel een beetje wanhoop groeien
Veranderen is vaak niet leuk. Ik ben samen met veel boeren om mij heen fanatiek aan het experimenteren met nieuwe technieken, minder kunstmest en kruidenrijke graslanden om de impact op de omgeving te verkleinen. De ingrijpende veranderingen die de overheid op zeer korte termijn vraagt van de boerenbedrijven is taai. Maar als diezelfde overheid de schaarse stikstofruimte voor Schiphol en verbreding van de A27 opkoopt, dan voel ik een beetje de wanhoop groeien.

Gelukkig blijf ik oneindig veel kansen voor ons bedrijf zien. Het is nu niet perfect, en ik weet niet of het ooit perfect wordt. Met kleine stapjes wil ik mijn bedrijf inrichten op een manier die past bij mij als ondernemer, mijn omgeving (veengrond, weidevogelpolderlandschap) en de maatschappelijke wensen. Dat alles moet plaatsvinden binnen een context waarin het plezierig én renderend is om voedsel te produceren en het landschap te onderhouden.

Wij zijn de voedselproducenten van de toekomst
Voor mij betekent een landbouwakkoord het (terug)vinden van gemeenschappelijke grond, waarop alle betrokkenen hun strategie kunnen baseren. Jonge boeren zoals ik, hebben hier behoefte aan. Zonder een landbouwakkoord levert de polarisatie die we nu kennen in het landbouwdossier dusdanig veel weerstand op, dat we ook geen stappen vooruit zetten. Niet voor de natuur en ook niet voor de boeren.

Jonge boeren zijn het meest kostbaar in de transitie. De voedselproducenten van de toekomst. Daarom wil ik je in mijn laatste brief vragen of je expliciet aandacht wilt vragen voor de positie van jonge boeren en boerinnen, of jongeren van buiten de sector die in de landbouw aan de slag willen. Zij zijn essentieel voor ons voedsel en het landschap.

Ik vond de briefwisseling leuk en het lijkt mij een goed idee om binnenkort verder door te praten. Bij mij staat de koffie klaar!

Tot snel en groetjes uit het frisse, maar zonnige Ierland!

Groet, Amber

Deze column verscheen 14 december in Trouw

Towards a
sustainable future